Stapsteen 2: Holistische visie
I n deze tweede stapsteen benadrukken we het belang van het holistisch perspectief op ontwikkeling, gebaseerd op de samenwerking tussen de zich ontwikkelende netwerken in het brein.
De figuur hierboven geeft het holistisch perspectief weer: de totale ontwikkeling van het kind. Dit houdt in dat de ontwikkeling van jonge kinderen op een aantal sporen tegelijkertijd loopt als het gaat om de ontwikkeling van taal, van zelfredzaamheid, om cognitieve, sociaal-emotionele, zintuiglijke en motorische ontwikkeling en dat de sporen elkaar nodig hebben en niet los van elkaar kunnen ontwikkelen.
In de figuur kun je zien hoe in de opeenvolgende periodes - baby, peuter, kleuter, enz. - telkens andere ontwikkelingsdomeinen dominant zijn, maar altijd in samenhang met elkaar. Op verschillende momenten - de gele stippen - komen de verschillende ontwikkelingsdomeinen met elkaar in evenwicht, waarna het accent verschuift naar een ander ontwikkelingsdomein. Elk ontwikkelingsdomein kent dus zijn eigen verloop in samenhang met de andere ontwikkelingsdomeinen. En zoals bij stapsteen 2 op LinkedIn gezegd, voor elk kind verloopt dit proces anders.
Dit vraagt om het inrichten van een uitnodigende, gevarieerde, krachtige leeromgeving waarin het voor de kinderen mogelijk is om werkelijkheidsnabij te onderzoeken, te ontdekken, te experimenteren. Waarin de leerkracht in staat is om af te stemmen op de ontwikkeling van elk kind; een omgeving zo in te richten dat deze is afgestemd op de ontwikkeling van elk individueel kind in zijn totaliteit. De leerkracht is in staat om de ontwikkeling te volgen, om te komen tot een beredeneerd aanbod.
In de volgende stapsteen bespreken we hoe groot de verschillen zijn in de ontwikkeling tussen kinderen - de bandbreedte en variabiliteit -en wat dit betekent voor de inrichting van het onderwijs.
filmpje breinontwikkeling: https://www.youtube.com/watch?v=VNNsN9IJkws
zie ook LinkedIn Oenema-Mostert
Scroll voor stapsteen 1 naar beneden
Stapsteen 1: Onderwijs voor 3- 7 jarigen moet gebaseerd zijn op de neurobiologische ontwikkeling in deze periode.
Neuronennetwerk (Bron: Feldman, 2019)
E r is een verband tussen de rijping van de hersenen, de groei van allerlei breinstructuren tussen 0 en 7 jaar en de manier waarop kinderen ontwikkelen en leren: ze leren door ervaren, ontdekken, onderzoeken, door spel. In deze periode van de neurologische ontwikkeling vormen ervarend leren, patroon herkennend leren en het kunnen variëren met denkpatronen het fundament voor een duurzame en levenslange groei.
Het brein is te zien als de motor van de ontwikkeling. Alleen, bij de geboorte is een brein nog lang niet 'af'. Het is nog volop in ontwikkeling en in de breinontwikkeling gebeurt vooral tussen 0 en 7 jaar enorm veel. Het kind kan nog heel veel niet. Kijk eens naar de afbeelding hierboven.
Hierop is de indrukwekkende groei te zien van neuronen naar talloze verbindingen naar netwerken, die mogelijk maken dat we gaan zitten, lopen, praten, communiceren en waarom we er zo'n 25 jaar over doen dat allemaal te ontwikkelen. Dit is richtinggevend voor je onderwijs.
- Een kind ontwikkelt niet alles tegelijk en er zijn grote verschillen te zien in ontwikkeling tussen kinderen
- Hersenontwikkeling is in hoge mate afhankelijk van interactie met een beschermende omgeving (Sajaniemi e.a., 2011), een omgeving, waarin eisen aan het kind gesteld worden die passen bij zijn ontwikkeling
- Een uitnodigende, voorwaardenscheppende omgeving is van invloed op de vorming van de netwerken
- Het kind 'leert'op een bepaalde manier, namelijk via de drie 'O's': ontdekken, onderzoeken, onthouden (Oenema-Mostert, 2018).
Deze kennis van de ontwikkeling van het brein heeft direct gevolgen voor je pedagogisch, didactisch en organisatorisch handelen als leerkracht. Je kunt niet uitgaan van een vaststaand aanbod, maar biedt een kind een activiteit aan als het eraan toe is: afstemming van je aanbod op de ontwikkel- en leerroutes van het individuele kind.
In volgende stapstenen gaan we hierop door.